Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij zult niet offeren iets, waarin een gebrek is; want het zou [31]niet aangenaam zijn voor u. 31. Hebreeuws, niet naar aangenaamheid of welgevallen. Alzo in vs.21. Versta, niet aangenaam den Heere. Vergelijk hiermede boven de aantekeningen op hfdst.1 vs.4.